Liturgie zondag 20 februari 2022
Liturgie zondag 20 februari 2022
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Stilte
Openingslied Lied 84: 1 en 2
1 Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer,
het huis waar Gij uw naam en eer
hebt laten wonen bij de mensen.
Hoe brand ik van verlangen om
te komen in uw heiligdom.
Wat zou mijn hart nog liever wensen
dan dat het juichend U ontmoet
die leven zijt en leven doet.
2 Het heil dat uw altaar omgeeft
beschermt en koestert al wat leeft.
De mus, de zwaluw vindt een woning.
Haar jongen zijn in veiligheid.
Mij is een schuilplaats toebereid
in het paleis van U, mijn koning.
Heil hen die toeven aan uw hof
en steeds zich wijden aan uw lof.
Bemoediging en groet
Welkom en inleiding op de dienst
Kyriëgebed
Zingen Lied 217: 1, 2, 4 en 5
1 De dag gaat open voor het Woord des Heren,
Zon die wij zoeken, kracht die wij ontberen,
bron die wij horen als wij tot Hem keren,
vroeg in de morgen.
2 Voor wij bestonden, riep Hij ons bij name,
voor wij ontwaakten en ter wereld kwamen,
zag Hij ons aan en bracht Hij ons tesamen,
God onze Vader.
4 Wilt Gij vandaag en tot het eind der dagen
ons doen en laten zuiveren en dragen,
dan stijgt de vreugde van uw welbehagen
in onze wereld.
5 Aan U ons loflied: glorie aan de Vader,
dank aan de Zoon die ons bestaan aanvaardde,
zijn Geest geleide ons en onze aarde
naar de voltooiing.
Zingen en Lezen Psalm 139
1 Heer, die mij ziet zoals ik ben,
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
Wat mij ten diepste houdt bewogen,
't ligt alles open voor uw ogen.
2 Gij zijt zo diep vertrouwd met mij:
wie weet mijn wegen zoals Gij?
Gij kent mijn leven woord voor woord,
Gij hebt mij voor ik spreek gehoord.
Ja overal, op al mijn wegen
en altijd weer komt Gij mij tegen.
7 Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen?
8 Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar.
9 Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee,
10 ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden.
11Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’
12 ook dan zou het duister voor u niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag,
het duister helder zijn als het licht.
13 U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder.
14 Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
15 Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde,
was mijn wezen voor u geen geheim.
16 Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend,
aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.
Zingen Psalm 139: 11
Gedachten ongeëvenaard
hebt Gij, o God, geopenbaard
in al de werken van uw hand -
gedachten talloos als het zand.
Als ik ontwaak, Gij blijft mij leiden,
ik vind U altijd aan mijn zijde.
19 God, breng de zondaars om, – weg uit mijn ogen, jullie die bloed vergieten –
20 ze spreken kwaadaardig over u, uw vijanden misbruiken uw naam.
21 Zou ik niet haten wie u haten, HEER, niet verachten wie tegen u opstaan?
22 Ik haat hen, zo fel als ik haten kan, ze zijn mijn vijand geworden.
Zingen Psalm 139: 14
Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt
toch open voor uw aangezicht.
Toets mij of niet een weg in mij
mij schaadt en leidt aan U voorbij.
O God, houd mij geheel omgeven,
en leid mij op de weg ten leven.
Tweede Lezing Johannes 1: 1-5 en 14-18
1 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Het was in het begin bij God. 3 Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4 In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. 5 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
14 Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 15 Van hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij!”’ 16 Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. 17 De wet is door Mozes gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. 18 Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft hem doen kennen.
Zingen Lied 139b
1 Heer, U doorgrondt en kent mij;
mijn zitten en mijn staan
en U kent mijn gedachten,
mijn liggen en mijn gaan.
De woorden van mijn mond, o Heer,
die zijn voor U bekend
en waar ik ook naar toe zou gaan,
ik weet dat U daar bent.
Refrein:
Heer, U bent altijd bij mij,
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij en naast mij en om mij heen.
Heer, U bent altijd bij mij,
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij en naast mij
en om mij heen, elke dag.
2 Heer, U doorgrondt en kent mij,
want in de moederschoot
ben ik door U geweven;
U bent oneindig groot.
Ik dank U voor dit wonder, Heer,
dat U mijn leven kent
en wat er ook gebeuren zal,
dat U steeds bij mij bent.
Refrein
Preek
Orgelspel
Zingen Lied 653: 1, 3 en 7
1 U kennen, uit en tot U leven,
Verborgene die bij ons zijt,
zolang ons 't aanzijn is gegeven,
de aarde en de aardse tijd,-
o Christus, die voor ons begin
en einde zijt, der wereld zin!
3 Gij zijt het water ons ten leven;
de bronnen van de eeuwigheid
zijn ons ter lafenis gegeven,
zijn doorgebroken in de tijd.
O Gij, die als een bron ontspringt
in elk die tot U komt en drinkt.!
7 O Christus, ons van God gegeven,
Gij tot in alle eeuwigheid
de weg, de waarheid en het leven,
Gij zijt de zin van alle tijd.
Vervul van dit geheimenis
uw kerk die in de wereld is.
Dankgebed en voorbeden (met stil gebed en gezamenlijk Onze Vader)
Inzameling van de gaven
Slotlied 793: 1 en 2
1 Bron van liefde, licht en Ieven,
voor elkaar zijn wij gemaakt,
door uw hand elkaar gegeven,
door uw vinger aangeraakt.
Laat ons op uw toekomst hopen,
gaandeweg U tegemoet;
dat wij samen lachend lopen
in uw grote bruiloftsstoet.
2 Bron van liefde, licht en leven,
zon die hartverwarmend schijnt,
woord van hogerhand gegeven,
trouw en teder tot het eind-
al zou ons een vijand haten,
al gaat zelfs de liefste heen,
liefde zal ons nooit verlaten:
Gij laat ons geen dag alleen.
Wegzending en Zegen
Orgelspel
|